Het oud Burgerlijk Wetboek huldigt nog altijd het principe van de vastheid van naam. Namen en voornamen kan een persoon slechts veranderen op de wijze en in de gevallen bepaald door de wet (art. 370/1 oud BW). Wel zijn de mogelijkheden die de wet biedt op het vlak van naamkeuze en naamsverandering het voorbije decennium toegenomen. Twee recente wetten voegen nieuwe mogelijkheden toe om van familienaam te veranderen.
Niemand mag publiekelijk een andere naam of andere voornamen dragen dan deze vermeld in zijn akte van geboorte. Deze namen en voornamen kunnen slechts gewijzigd of verbeterd worden op de wijze en in de gevallen bepaald door de wet.
Art. 370/1 oud BW huldigt het principe van vastheid van naam
Wet van 19 december 2023
Een eerste wet van 19 december 2023 houdende diverse bepalingen in burgerlijke en gerechtelijke zaken zorgt voor een globale herziening van de regels voor de naamkeuze na wijziging van een afstammingsband. De nieuwe bepalingen treden op 1 maart 2024 in werking.
Indien een tweede afstammingsband komt vast te staan na de eerste, kan het meerderjarige of minderjarige kind de naam dragen van een van de ouders of een dubbele naam samengesteld uit hun twee namen, met niet meer dan één naam voor elk van de ouders (art. 335, §3, leden 1 en 2 en art. 335ter §2, leden 1 en 2 oud BW). Dit geldt in alle situaties waarin een tweede afstammingsband komt vast te staan na de eerste: door een erkenning na de geboorte, een succesvolle vordering tot vaststelling van een afstammingsband of een succesvolle vordering tot betwisting van een afstammingsband door de beweerde ouder (die een vervanging van de afstammingsband tot gevolg heeft). Komt de tweede afstammingsband vast te staan door een erkenning, dan wordt de naam vastgesteld op het ogenblik van de aangifte van de erkenning (art. 335, §3, lid 1 en art. 335ter, §2, lid 1 oud BW). Wordt de afstammingsband vastgesteld of vervangen door een rechtsvordering, dan neemt de rechter in het vonnis akte van de gekozen of door de wet vastgestelde naam van het kind (art. 335quinquies oud BW).
Is het kind nog minderjarig op het ogenblik dat de tweede afstammingsband komt vast te staan, dan komt het naamkeuzerecht toe aan de ouders. Zijn de ouders het niet eens over de naamkeuze, dan krijgt het kind een dubbele naam, samengesteld uit de namen van de beide ouders naast elkaar in alfabetische volgorde. Zo komt een einde aan het vetorecht van de moeder tegen een wijziging van de naam van het kind (naar vadersnaam of naar een dubbele naam) in situaties waarin de vader met succes een vordering tot onderzoek naar het vaderschap had ingesteld of het kind erkend had (desgevallend na een vordering tot machtiging tot erkenning) tijdens de minderjarigheid van het kind. Nieuw is ook dat het kind vanaf de leeftijd van twaalf jaar ervoor kan opteren zijn oorspronkelijke naam te behouden. In alle gevallen waarin de afstamming van een kind gewijzigd wordt wanneer het de leeftijd van twaalf jaar bereikt heeft, wordt er zonder de instemming van het kind geen naamsverandering aangebracht (art. 335, §4, lid 1 oud BW en art. 335ter, §3, lid 1 oud BW).
Het naamkeuzerecht komt toe aan het kind zelf wanneer die meerderjarig is op het ogenblik dat een tweede afstammingsband tot stand komt of een bestaande afstammingsband vervangen wordt (art. 335, §4, lid 2 oud BW en art. 335ter, §3, lid 2 oud BW). Het meerderjarige kind heeft dan het recht om de naam van een van zijn ouders aan te nemen of een dubbele naam. Het meerderjarige kind kan er ook voor opteren om zijn oorspronkelijke naam te behouden (art. 335, §4, lid 1 oud BW en art. 335ter, §3, lid 1 oud BW). De wet van 19 december 2023 verduidelijkt tot slot de gevolgen van de naamsverandering van een persoon voor de kinderen van die persoon (art. 335sexies oud BW).
Wet van 7 januari 2024
De tweede wet van 7 januari 2024 versoepelt de administratieve procedure tot naamsverandering. Deze wet geeft elke burger bovendien het recht om eenmaal in het leven van naam te veranderen, mits de gekozen naam die is van een van de ouders of een dubbele naam samengesteld uit de namen van beide ouders. De wet treedt in werking op 1 juli 2024.
Deze wet voert zo een onderscheid in tussen twee vormen van familienaamsverandering. Er is de naamsverandering volgens de algemene procedure, waarvoor nog altijd ernstige redenen vereist zijn en waarvoor de minister van Justitie verantwoordelijk blijft (art. 370/4, §1 oud BW). Die naamsverandering is echter geen gunst meer die de Koning alleen uitzonderlijk kan toestaan. Daarnaast is er de nieuwe procedure voor een (eenmalige) naamsverandering naar de naam van de andere ouder of naar een dubbele naam. Voor die naamsverandering wordt het verzoek gericht aan de ambtenaar van de burgerlijke stand en moeten geen ernstige redenen worden aangetoond (art. 370/8/1 oud BW). De twee vormen van naamsverandering staan los van elkaar. Wie bijvoorbeeld gebruik gemaakt heeft van het recht om de naam te veranderen naar de naam van de andere ouder, kan daarna nog een verzoek tot naamsverandering volgens de algemene procedure indienen.
2023 was een recordjaar op vlak van naamsverandering: 1.152 mensen lieten hun familienaam veranderen. Met de nieuwe wetgeving zal dat record wellicht gebroken worden…
Voor een uitvoerigere bespreking van deze nieuwe wetgeving en andere recente ontwikkelingen in het personen- en familierecht, zie I. BOONE, “Update Personen- en Familierecht” in VRG Alumni (ed.), Recht in Beweging, Gompel&Svacina, 2024. Of schrijf je in voor de VRG Alumnidag op 8 maart 2024.
0 reacties