Op 1 juli 2022 zijn Boek 2, Titel 3 “Relatievermogensrecht” en Boek 4, “Nalatenschappen, Schenkingen en Testamenten” van het Burgerlijk Wetboek in werking getreden. De codificatie heeft tot doel om het familiaal vermogensrecht te actualiseren, te verduidelijken en logischer te structureren. Op deze manier is het gehele familiaal vermogensrecht op een coherente manier in het Burgerlijk Wetboek ingelast, in navolging van de al in werking getreden boekdelen 3 (‘Goederen’) en 8 (‘Bewijs’). Het Instituut voor Familiaal Vermogensrecht gaf in aflevering 466 van het Nieuw Juridisch Weekblad een overzicht van de belangrijkste terminologische wijzigingen en structurele verduidelijkingen. In deze bijdrage bespreken we de belangrijkste hernieuwingen in meer detail, met de nodige aandacht voor de achterliggende beweegredenen en de praktische gevolgen van de verschillende aanpassingen.
Algemene (taalkundige) aanpassingen
De codificatie voorziet vooreerst in enkele algemene aanpassingen. Het gaat hierbij in de eerste plaats om terminologische wijzigingen. De terminologie is nu met name in lijn gebracht met de andere boekdelen van het Burgerlijk Wetboek, en wordt gekenmerkt door een actueler juridisch taalgebruik. Zo wordt ten eerste systematisch verwezen naar ‘alle bewijsmiddelen’, eerder dan ‘alle middelen, met inbegrip van getuigenissen en vermoedens en zelfs van algemene bekendheid’, conform Boek 8 inzake bewijsrecht. Daarnaast vervangt het begrip ‘goed’ het inconsistente gebruik van zowel ‘zaak’ als ‘goed’, wat ook al in Boek 3 als overkoepelende term wordt gehanteerd. Aangezien Boek 5 ‘Verbintenissen’ systematisch naar de term ‘contract’ verwijst, wordt ook de term ‘overeenkomst’ in het familiaal vermogensrecht overal geschrapt. Een uitzondering geldt evenwel voor de erfovereenkomst en de huwelijksovereenkomst, gelet op hun bijzondere draagwijdte. Nieuw is verder ook dat deze laatste term als overkoepelende term wordt gehanteerd voor alle types van akten waarmee echtgenoten hun huwelijksvermogensstelsel kiezen of wijzigen, ongeacht of zij voor of tijdens het huwelijk werden opgesteld.
Bepaalde terminologische wijzigingen hebben tot doel om een actueler juridisch taalgebruik te implementeren. Naast de evidente vervanging van enkele archaïsche bewoordingen, werden bepaalde termen beter in overeenstemming gebracht met de principes van gelijkheid en non-discriminatie. Verder vervangt de term ‘boedel’ de term ‘massa’ uit het oud BW, en wordt voortaan de term ‘boedelbeschrijving’ in plaats van ‘inventaris’. Ook ‘nalatenschap’ en ‘erflater’ worden nu consistent gebruikt in plaats van ‘erfenis’ respectievelijk ‘overledene’. Daarnaast wordt de term ‘verwanten’ gehanteerd in plaats van ‘bloedverwanten’. Deze laatste wijziging bevestigt dat verwantschap niet altijd voortvloeit uit een bloed- of genetische band, en stemt ook beter overeen met de Franse term ‘parent’. Tot slot wordt ook een duidelijker en correcter taalgebruik gehanteerd doordat ‘afstand doen van’ de term ‘verzaken’ vervangt, en de termen ‘reserve’ en ‘reservataire erfgenaam’ worden gebruikt ter vervanging van ‘voorbehouden erfdeel’ respectievelijk ‘erfgenamen aan wie de wet een voorbehouden erfdeel toekent’.
In de tweede plaats worden de bepalingen betreffende het centraal register van huwelijksovereenkomsten, het centraal erfrechtregister en het centraal register van testamenten overgenomen en aangepast conform de aanbevelingen van de Gegevensbeschermingsautoriteit.
Boek 2, Titel 3: Relatievermogensrecht
De codificatie voert daarnaast enkele aanpassingen en verduidelijkingen door in het relatievermogensrecht, met name in het wettelijk stelsel en de conventionele gemeenschaps- en scheidingsstelsels. Zo worden onder andere de vergoedingsrekeningen aan enkele vernieuwingen onderworpen, en bevat ook de regeling inzake inbreng in het gemeenschappelijk vermogen vernieuwende elementen. Hoewel Boek 2, Titel 3 onder de titel ‘Relatievermogensrecht’ gecodificeerd werd, bevat het Burgerlijk Wetboek vooralsnog enkel de regels betreffende het huwelijksvermogensrecht. Het samenwoningsrecht blijft voorlopig onaangetast, in afwachting van een grondigere hervorming.
Boek 4: Nalatenschappen, schenkingen en testamenten
Tot slot, zorgt de codificatie ook voor een modernisering van het boekdeel over de nalatenschappen, schenkingen en testamenten. Naast een logischere structuur en enkele terminologische verduidelijkingen, zijn er ook hier enkele wijzigingen van meer inhoudelijke aard. Zo wordt onder andere voorzien in een duidelijkere opsomming van de verschillende erfrechtelijke situaties of ordes, en wordt ook de bepaling betreffende ontbinding en herroeping van schenkingen met de heersende opvattingen in lijn gebracht.
0 reacties